‘Magere Hein keek mij aan en wenkte mij met zijn knokige vinger’, huivert de jongeman tegenover mij. Het is, of eigenlijk was, een sportief en nuchter type. Hij voetbalde, had zijn studie afgerond en werkte hard. Hij nam één keer spacecake en rookte één keer een joint; het ging gillend mis. Hij belandde in een nachtmerrie.
In mijn tijd heette het nog softdrugs. Het was allemaal niet zo erg als je zo nu een dan een jointje rookte. Een beetje experimenteren. Dat is een achterhaald idee. In onze praktijk pik je ze er zo uit: mensen die langdurig hebben geblowd. Het is alsof ze zijn verwaterd tot een vage versie van zichzelf. Futloos en zonder passie.
Uit onderzoek (van Trimbos) blijkt dat jongeren die blowen minder initiatief tonen, minder volhardend zijn en ook niet zoveel moeite doen om doelen te bereiken. Jongeren die blowen leren minder goed omgaan met problemen. Hierdoor kan de jongere minder ver komen in het leven dan zonder blowen het geval zou zijn geweest.
Bij de cliëntenbespreking gaat het regelmatig over jonge mensen die zich leeg voelen en die worstelen met hun identiteit. Dan kijken we elkaar aan: drugs. Als je jong bent, realiseer je je niet dat blowen je toekomst aantast. Dat gebeurt ook niet meteen bij incidenteel gebruik, maar pas op onschuldig is het niet.
Wat veel mensen niet weten is dat cannabisgebruik kan leiden tot stress, paniekaanvallen of zelfs psychotische toestanden. ‘Drie dagen lag ik te spartelen op een ziekbed’, herinnert de jongen zich. ‘Ik wist zeker dat ik dood zou gaan.’ Hij begon te hallucineren en kon niet meer slapen. Na vijf slapeloze nachten was hij helemaal kapot.
‘De Dood loerde naar mij vanuit de hoek’, herinnert hij zich. Ze hebben hem vol gepompt met medicijnen en maanden leefde hij als een zombie. Stap voor stap heeft hij zich uit het moeras geploeterd. ‘Ik raak dat spul nooit meer aan.’ Hij kan zijn verhaal nog niet vertellen zonder zwetende handen en herbelevingen.
Mijn cliënt raakte zijn baan kwijt. Hij zit nu al anderhalf jaar in de lappenmand en is bezig weer op te klimmen. Eerst moet de angst uit zijn lichaam. Hij kan slecht tegen geluid en veel mensen. Dat zijn allemaal triggers die de angst weer opzwepen. Hij wandelt vier keer per week en woont tijdelijk bij zijn ouders.
Denk niet dat dit een uitzondering is. Ik herinner me het bizarre verhaal van een vroegere cliënt. Hij sprong na het blowen van een flatgebouw. Waarom? Dat weet hij niet meer, maar het voelde fantastisch. De jaren daarna voelde minder fantastisch. Het kostte hem eindeloze sessies revalidatie en therapie om weer mens te worden.
Even een bekentenis: zelf heb ik ook op mijn vijftiende een hevige angstaanval gehad na het blowen. Alles begon te zweven. Nooit meer gedaan. Mijn vriendin heeft me met veel moeite thuisgekregen. Het blijft niet te voorspellen wie flipt en wie niet. Bij bovengenoemde stoere jongens had ík het niet verwacht.
Als iemand mij destijds had verteld dat je psychotisch kan worden of te maken kan krijgen met paniekaanvallen, had ik het nooit geprobeerd. Jongeren bagatelliseren gevaar. Dus relativeer niet. Drugs zijn gevaarlijk. Stel je niet tolerant op als iemand in je omgeving regelmatig blowt. Problematiseren die handel!
(red) Gastblog van psychotherapeut Catheleyne van der Laan. Zij is ook de auteur van het boek Ongemerkt verder.
Laatste berichten van Catheleyne van der Laan (toon alles)
- Hoe kun je onderdrukte gevoelens verwerken? - 13 februari 2024
- Stop met oordelen… probeer te inspireren! - 16 december 2023
- Alles kan anders zijn dan je denkt - 8 juni 2023
Laat een reactie achter