‘Wat moet ik nou?’, de 41-jarige vrouw tegenover me ziet er verloren uit. Haar moeder is vorige week overleden. Moniek woonde bij haar om de hoek. Ze gingen samen naar yoga, samen naar hun volkstuintje en samen op vakantie. De stille, lege toekomst boezemt haar angst in. ‘Ze was mijn beste vriendin.’ Als ik bij een nieuwe intake deze zin hoor, houd ik mijn hart vast want is dat wel gezond?
Ergens ben ik jaloers op die overleden moeder. Zij was tot aan haar dood gezellig samen met haar kind. Ik ben ook graag met mijn dochters, maar de oudste is twee maanden geleden op kamers gegaan. Net 18 jaar en weg. De wijde wereld lonkte en ik heb braaf losgelaten. Ik voel de pijn van het gemis tot diep in mijn arme ziel. Haar kamer is leeg en belachelijk goed opgeruimd. Ik hoor niemand meer zingen boven.
Hoe verleidelijk het ook is de symbiose met je kind in stand te houden, het is niet goed. Er is een tijd voor alles. Bescherming en aanmoediging aan het begin, loslaten in liefde aan het einde. Ik zie nog het verlegen koppie voor me. Ze klampte zich aan me vast. Stapje voor stapje leerde ik haar dat ze het zelf kan. Nu heeft ze eigen woonruimte, kookt ze samen met vrienden gezonde maaltijden, heeft plezier!
(lees hieronder verder)
Moniek belandt in een depressieve rouwtoestand. Ze heeft geen partner of kinderen en nauwelijks vrienden. Collega’s op het werk zijn lief voor haar en ook gezamenlijke contacten van het tuinencomplex bieden hulp, maar ze gaat compleet op slot. Koppig staat ze op een onderzoek naar autisme. Ze is het niet, maar waarom is haar leven dan zo kaal? Ze blijft steeds vaker thuis en kijkt televisie.
Wat zou ze moeten voelen? Dat is eigenlijk in elke therapie de vraag. Moniek zou er baat bij hebben te voelen dat ze er mag zijn als mens. Dat ze het leven aan kan, zonder die eeuwig stuwende kracht van haar moeder. Autonomie is een mensenrecht. Hoe vreselijk ook, moeders moeten loslaten. Haar moeder kon dat kennelijk niet aan of heeft niet geweten dat ze haar dochter onbewust klein hield.
Op slot komt er toch verdriet én een klein beetje boosheid. ‘Ze heeft me in de steek gelaten’, zegt Moniek. Zo voelt het. Ze stopt met Yoga en neemt afscheid van het volkstuintje. Dat waren eigenlijk meer háár hobby’s. Er volgt een ernstig passieve tijd waarin ze drijft op wanhoop. Ik maak me zelfs zorgen dat ze gaat kiezen voor een vroegtijdig einde. De dokter schrijft antidepressiva voor.
Ondertussen heeft mijn dochter in Amsterdam een hele nieuwe vriendenkring. Ze voelt zich er thuis en is in haar studie gedoken. Ik ben blij en trots, maar ze is al twee weekenden niet thuis geweest en ik voel iets wat lijkt op liefdesverdriet. Ik had nog honderd jaar met haar doorgewild, maar zij sloeg af. Onze wegen zullen zeker blijven kruisen en ik verheugd me op alle ontmoetingen. Maar toch.
Zo zit ik net als Moniek in een rouwproces. Het grote verschil: ik heb een lieve partner, een sprankelende 16-jarige dochter en empathische vriendinnen. Zij moet in haar uppie op 41-jarige leeftijd nog leren hoe te leven zonder moeder. Dat leerde ik toen ik op mijn 18e jaar ging studeren. Ik kwam nog regelmatig thuis uithuilen of bijtanken, maar pas nu besef ik dat mijn moeder mij rap kwijtraakte.
Pas als je afstand krijgt van je moeder kan je opgroeien tot een zelfstandig en autonoom individu. Je leert problemen trotseren, contacten leggen en jezelf kalmeren bij paniek. Dit proces begint vroeg. Zelf boterhammen smeren. Kleren uitzoeken. Alleen op de fiets naar dansles. De sleutel mee om te gaan feesten terwijl pa en moe gaan slapen. Moeders moeten leren vertrouwen in zelfredzaamheid van hun kind.
Dat is bij Moniek niet helemaal goed gegaan. Alleen in haar werk is ze sterk. Dat is haar redding. Verder heeft zij het idee dat mensen haar saai vinden. Maar het komt wel goed met Moniek. Er zijn meer eenzame mensen die snakken naar contact. In therapie werken we aan een positief zelfbeeld en oefent ze met de wereld betreden. Aan het einde van het traject nemen we pas afscheid als zíj er klaar voor is.
En ik? Nog twee jaar dan gaat nummer twee. Zucht. Ik probeer te genieten van het nu, me bewust van het vliegen der tijd. Bij het beeldbellen met mijn oudste dochter geniet ik van dat bekende gezichtje. Het verzacht de pijn. Het begint te wennen. Ik verheug me op Sinterklaas. Dan komt ze zeker. Ik leer mij verzoenen met de volgende fase. Terug naar een leven zonder moedertaken, maar mét heerlijke bezoeken van twee fantastische mensen waar ik de rest van mijn leven van zal houden.
(red) Gastblog van psychotherapeut Catheleyne van der Laan. Zij is ook de auteur van het boek Ongemerkt verder.
Leestip: Hoe stap je uit de slachtofferrol?
Laatste berichten van Catheleyne van der Laan (toon alles)
- Hoe kun je onderdrukte gevoelens verwerken? - 13 februari 2024
- Stop met oordelen… probeer te inspireren! - 16 december 2023
- Alles kan anders zijn dan je denkt - 8 juni 2023
Laat een reactie achter