Worden we verslaafd aan data?

Als je 10 jaar geleden tegen iemand vertelde dat je je stappen telde dan werd je voor gek verklaard. Tegenwoordig is het niet meer dan normaal en tellen we massaal onze stappen en calorieën. We houden steeds meer bij, vooral op het gebied van gezondheid. Is het echt nuttig of loopt het uit de hand?

Steeds meer data

Vroeger kwam je nog weg met denken dat 45 minuten op de loopband je complete cheatmeal verbrandde. Tegenwoordig weten we door alle technologie dat dit misschien slechts de helft is. Met alle meetapparatuur wordt het lastig om jezelf nog voor de gek te houden.

We zijn verslaafd geworden aan data. De honger naar informatie om alles maar perfect te doen heeft zich uitgebreid tot bijna elk aspect van ons leven, vooral fitness en voeding. Al onze prestaties worden bijgehouden door apps, armbanden en tegenwoordig zelfs in kleding. Het hebben van data geeft ons een gevoel van controle en waar snakken we meer naar controle dan in, over en om ons lichaam?

Data voor velen voordelig

Het is moeilijk te zeggen of al deze data nou goed of slecht voor ons is. Met bijvoorbeeld een Fitbit word enorm veel gemeten, waardoor we zelf bijna niet meer na hoeven te denken. Hebben we hierdoor meer tijd voor andere dingen of worden we er juist lui van?

Toch lijkt het erop dat de mensen met zo’n armband meer lopen dan mensen zonder. Wanneer je dagelijkse je statistieken kan zien zal je eerder geneigd zijn om jezelf te verbeteren. Ook de apps waarbij je calorieën kan tellen lijkt voor veel mensen een positieve invloed op hun leven te hebben. Omdat je nu bewust ben van wat je moet eten, zal je eerder iets laten staan wat ervoor zorgt dat je over het randje gaat.

Wanneer gaat het te ver?

Het verzamelen van data voor een betere gezondheid stopt niet bij armbandjes en apps. Sommige mensen gaan hierin nog veel verder. Een voorbeeld hiervan is Serge Faguet, die veel bezig is met biohacking. Hij heeft inmiddels ruim een kwart miljoen gespendeerd aan het optimaliseren van zijn gezondheid. Volgens Serge is hij nu kalmer, slanker, extroverter, gezonder en gelukkiger. Ook zegt het intelligenter te zijn en makkelijker vrouwen te kunnen versieren. Dat laatste maakte hem erg populair voor veel mannen.

De vraag is alleen of het gezond is wat hij doet. Dagelijks neemt Serge maar liefst 60 pillen, variërend van simpele voedingssupplementen zoals knoflookpillen tot antidepressiva. Naast Serge zijn er nog meer voorbeelden van mensen die obsessief met data hun gezondheid proberen te perfectioneren. De vraag is alleen of het gezond of gevaarlijk is.

Laat data niet je leven overnemen

Voorbeelden als Serge zijn natuurlijk extreme gevallen, maar bijna iedereen is er wel mee bezig. Het begint bij een onschuldig armbandje, maar als je niet uitkijkt wordt het al snel een obsessie. Het is goed als je data gebruikt om erachter te komen waar je staat qua gezondheid en wat je moet doen, maar zodra je overweegt hormonen in je lichaam te spuiten moet je jezelf toch even afvragen of je niet te ver bent gegaan…