Het tweede artikel uit de reeks: “het ei een wonder – is een ei gezond?” van Isabelle Trebillod, orthomoluculair therapeut van OrthoNature uit Midden-Beemster.
20% van het lichaamsgewicht is eiwit
Ongeveer 20% van ons lichaamsgewicht bestaat uit eiwit hoewel proteïne (in spieren maar ook organen etc…). Er zijn duizenden verschillende eiwitten, die allemaal een bijdrage leveren als bouwstof voor de spieren. Ook als bouwstof voor allerlei hormonen en enzymen, voor het zenuwstelsel, de botten en het bloed of gewoon dienen als ‘energieleveranciers’.
Er is ook eiwit nodig voor bestaande cellen. Die vernieuwen zich namelijk steeds. Daarbij breekt het lichaam eiwit af om dit door nieuw eiwit te vervangen. Zo verwijdert het lichaam onder andere beschadigd eiwit, dat tot een verstoorde celfunctie en celgroei zou kunnen leiden. Bij (brand)wonden is extra eiwit nodig om de weefsels te herstellen.
Aminozuren zijn de bouwstenen
Eiwit levert calorieën en ook de zogenaamde aminozuren. Aminozuren zijn de bouwstenen van onze cellen en dus van ons hele lichaam.
Eiwitten bestaan uit ketens van aminozuren. In totaal kan eiwit in het voedsel 22 verschillende soorten aminozuren bevatten. Van de 22 aminozuren kan het lichaam er 13 zelf maken. De andere 9 moet men via eten binnenkrijgen. Dat zijn de zogenaamde essentiële aminozuren. Daarnaast zijn er 6 “semi-essentieel”. Dat wil zeggen dat het lichaam ze normaal gesproken zelf kan maken. Alleen onder bepaalde omstandigheden, zoals bij sommige aandoeningen en ziektes, kan het lichaam er niet genoeg van maken. Dan is aanvulling weer via het eten nodig.
Het lichaam gebruikt de aminozuren uit het afgebroken eiwit om nieuw eiwit op te bouwen. Maar daarbij gaan ook aminozuren verloren.
Daarnaast verliest het lichaam steeds kleine hoeveelheden eiwit met haren, nagels, huidschilfers, zweet en urine. Dit moet steeds worden aangevuld. Dat geldt nog eens extra bij aandoeningen die gepaard gaan met een verhoogde eiwitafbraak of aminozuurverliezen.
Eiwitten spelen ook een rol bij het transport van stoffen in het bloed en in de cel. Hemoglobine bijvoorbeeld, dat zuurstof vanuit de longen naar de weefsels vervoert.
Eiwit levert energie: per gram 4 kilocalorieën.
Eiwit in eten kan helpen om niet te zwaar te worden. Mensen die veel eiwit eten, blijken wat minder te eten. Dat komt omdat eiwit goed verzadigt: je krijgt niet zo snel weer honger. Lees ook het artikel op nu.nl over eiwitten bij het ontbijt.
Hoe komen wij aan eiwitten?
Bijna alle levensmiddelen bevatten eiwit. Het komt voor in zowel plantaardige als dierlijke producten. Dierlijke eiwitten zitten vooral in vlees, vis, melk, kaas en eieren. Plantaardige eiwitten zitten vooral in brood, graanproducten, peulvruchten, noten en paddenstoelen.
Het ei(wit) is een zeer bijzondere bron van eiwitten en aminozuren omdat het alle 9 essentiële aminozuren bevat.
Hoe hoger het gehalte aan essentiële aminozuren in een eiwit, hoe hoger de kwaliteit van het eiwit. De kwaliteit van dierlijk eiwit is hoger dan die van plantaardig eiwit.
Zuivelproducten zijn ook rijk aan alle essentiële aminozuren maar kunnen meer problemen veroorzaken omdat hun biologische beschikbaarheid veel lager is, wat betekent dat het lichaam meer ‘moeite’ moet doen om deze eiwitten bron te gebruiken.
Volgende week kijken we naar het ei en een verhoogd cholesterol.
Isabelle Trébillod
Laatste berichten van Isabelle Trébillod (toon alles)
- Welke honing kiezen? De gezondheidsvoordelen van verschillende honingsoorten - 24 april 2024
- Waarom zijn groene groente gezond? - 4 juli 2015
- Vetzuren uit supplementen - 20 mei 2015